Dit is het verhaal van een violist die met zijn muziek als gezel, door dorpen en steden reisde in de hele wereld. Hij trok naar al die plaatsen omdat hij naar inspiratie zocht voor zijn viool.
Die magische plek wou hij vinden, die plek waar het geluid van zijn instrument uit zichzelf zou opwellen.
En plots op een dag, leidt zijn weg naar Jerez…
De geur van de stad gedrenkt in oude wijn, zijn bodegas vol eeuwig rijpende Sherry, zijn openhartige mensen, gehard door een leven lang zwoegen en nieuwsgierig als geen één waren grote muziekkenners én ze konden dansen.
Hij voelde er zich gelukkig, iets raakte hem in zijn ziel en hij begon viool te spelen.
Hij kon niet meer stoppen. De aarde, de aarde…..plek van aarde…..
Zijn tomeloze nieuwsgierigheid bracht hem er toe zijn weg te vervolgen, hij trok zuidwaarts…
en kwam aan in Cadiz.
De weidse zee, een klein eiland vol meeuwen. Zijn mensen met een verrassend gevoel voor humor, stad van feestvierders.
Opnieuw werd hij overmand door geluk en begon te spelen. Zijn muziek had een latijns tintje gekregen, het leek hem als een herinnering aan zuideramerikaanse sferen.
De zee, de zee…..plek van de zee…..
Hij voelde de noodzaak om deze twee ongelooflijke werelden met elkaar te verenigen, maar hij wist niet hoe. Zijn muziek moest voor altijd de tand des tijds overleven. En hij dacht na…
En dan wist ik het…ik koos twee mensen uit en deed ze van elkaar houden, alleen de liefde is in staat om grenzen te overstijgen…
Zij, vrouw van de zee, van de plek van zout, van het zilveren tasje.
Haar stad, belemmerd door de geur van zeewier, steeds in de maat van het ritme van de golven, waar vrijheid ademt.
Zij hoort zijn Flamenco en…ze wordt er helemaal door ingepalmd.
Zijn feestelijke Cantes als Alegrias, Cantiñas,Tanguillos,…
Zijn Cantes de Ida y Vuelta met zijn geflamenconiseerde latijnsamerikaanse ritmes, als Guajiras, Colombianas, Vidalitas…
Zijn Flamenco-iconen : Ignacio Espeleta, Aurelio Sellé, La Perla, Enrique el Melizzo, Péricon, Chano Lobato…
Zij komt uit Cadiz, haar bevalt Cadiz, en zij wil Cadiz toebehoren.
Hij, man verworteld met de grond, grond die de druif voortbrengt, waar het aroma van de wijn iedereen bedwelmt, waar paarden draven op het ritme van Bulerias.
Zijn stad, vol met leuke plekjes, met bodegas…stad van broederschappen.
Hij hoort zijn Flamenco en…hij wordt er helemaal door ingepalmd.
Zijn Cantes als Seguirillas, Cantes de Fragua, Soleares, Bulerias…
Zijn Flamenco-iconen : Lola Flores, Manuel Torres, Terremoto, Agujetas, Sernita,…
Hij komt uit Jerez, hem bevalt Jerez, en hij wil Jerez toebehoren.
Twee levenswijzen…twee manieren van aanvoelen…twee verbonden levens |