GUIDO DECLERCQ - Naar Andalusië... op het ritme van de flamenco
(Borgerhoff & Lamberigts, ISBN 9789089316929) 2017 - 247pp. - 24,95 euro.
Ongetwijfeld speur je als lezer van ons tijdschrift ook op reis graag naar gelegenheden die je muziekcultuur verrijken. Zelf mis ik in de doorsnee reisgids echter vaak de instap naar die lokaties die het verschil maken. Voor liefhebbers van Andalusië, bakermat van de flamenco, is dit probleem vanaf nu alvast van de baan. Deze vakkundig geïllustreerde reisgids, geschreven door één van onze ferventste flamencospecialisten, biedt een schat aan weetjes en kan eigenlijk tegelijk dienst doen als naslagwerk. Een eerste hoofdstuk gaat in op de positie van de flamenco in het hedendaags Andalusië. Vervolgens wordt wordt gewezen op het belang ervan en dit vanuit een situering in de historische context, waarbij niet voorbijgegaan kan worden aan de repressie door het Franco-regime,... en de daarop volgende revival. Wil je weten wat een juerga is, een cuadro, een compañia, of wat de essentie vormt van de hedendaagse avantgardistische dansvorm, dan word je in een volgend onderdeel op je wenken bedient. De auteur wist ook via gerichte interviews van een tiental hedendaagse protagonisten, waaronder Antonio Reyes, Carmen Linares, Gerardo Nuñez en Patricia Guerrero gouden tips te ontfutselen die de lezer verder op weg helpt. Natuurlijk is het ook interessant om kennis te maken met de belangrijkste festivals. Zo passeren ondermeer Mairena del Alcor, Casabermeja, Cordoba ('La Noche Blanca'), de Biënnale van Sevilla,... de revue. Van zo'n twintig muziekevenementen vangen we een glimp op van hun karakteristieken en eigenheden, inclusief een hele portie praktische informatie.
Na deze royale inleidende passages, die zowat een derde van dit boek beslaan, ontpopt deze gids zich tot een heuse reisgids, met de focus op het muziekgebeuren. Eerst worden we overweldigd door een aantal heel gedetailleerde autoroutes die respectievelijk de diverse provincies beslaan. Achtereenvolgens doorkruisen we Sevilla, Huelva, Cádiz, Málaga, Jaén en Almería, waarbij geen gelegenheid onbenut gelaten wordt om in de relevante dorpen de niet te missen - aan de flamenco verbonden - locaties beschreven worden. Granada verdient een apart hoofdstuk omdat we hier de kans krijgen om in de voetsporen te treden van Federico García Lorca. Wie uiteindelijk verkiest om de stapschoenen aan te trekken vindt ongetwijfeld zijn gading in de gedetailleerde stadswandelingen die deze gids aanbiedt. Aan bod komen de steden Sevilla, Jerez de la Frontera, Cádiz, Córdoba en Granada. Het hoeft geen betoog dat onze gids hier onze ogen andermaal richt op die etablissementen die fundamenteel zijn voor het verhaal van de flamenco. Terecht wordt hierbij onachtzaam voorbijgegaan aan de schitterende gebedshuizen, paleizen en worden we uitgenodigd deelgenoot te worden van een heel andere geschiedenis van deze steden waar ooit Christenen, Moren en Joden op zoek gingen naar een vreedzame co-existentie die een ferme deuk kreeg tijdens de Reconquista. Al deze verlokkingen werden uiteraard, zoals het een degelijke reisgids past, voorzien van nauwkeurige detailkaarten die ons naadloos in staat moeten stellen die boeiende paden te betreden.
Een verklarende woordenlijst en uitgebreide index sluiten deze reisgids, met de allures van een naslagwerk, vakkundig af. Ik trek alvast zo snel als mogelijk terug naar Andalusië, met deze authentieke gids op mijn meeneemlijstje.
(Bart Vanoutrive)
www.la-barraca.be
www.ophetritmevanflamenco.com
|