La Barraca
La Barraca vzw
   
 
   
 Home   La Barraca   Artists - Styles - Concepts   Press   Concerts   Links   Contact 
   
    view this page in another language :  NEDERLANDS FRANÇAIS ENGLISH    
 
foto
  
„Transatlánticos“
tussen Tango en Flamenco
  
   
  
Wat zou er gebeurd zijn hadden Tangoidool Carlos Gardel en Flamencodanseres en –zangeres „La Argentinita“ elkaar ontmoet? Het had gekund, bijvoorbeeld in 1930 in het Cafè Royal Kursaal in Madrid of in 1932 op het stoomschip „Alcàntara“, een “Transatlántico” op weg van Vigo naar Buenos Aires of...
Niemand weet of die ontmoeting daadwerkelijk plaatsvond, maar wat maakt het uit? We voegen aan de honderden legenden die gesponnen zijn rond deze twee grootheden er eentje toe en nemen dit als vertrekpunt voor een vurige muzikale liefdesverklaring tussen Tango en Flamenco.

Voor dit project kunnen we rekenen op de medewerking van niemand minder dan Omar Mollo, een van de grootste levende Argentijnse tangozangers. Met „Barrio Sur“ won hij 2013 de „Premio Carlos Gardel“ voor de beste plaat van een mannelijke tangozanger, met „Tangamente“ lukte hem dat 2016 opnieuw en de plaat werd ook voor de Latin Grammy Award 2016 genomineerd. Hij hoeft niet terug te kijken op het oeuvre van Gardel, het maakt deel uit van zijn leven.
   
       
   
Ook Flamencodanseres Irene Álvarez is geen onbekende („Carmen revisited“ met Tania Kroos, Musa, Esencial) en met haar persoonlijke stijl die van traditionele Flamenco tot Clásico Español rijkt is ze de dansers par excellence om de voetstappen van „La Argentinita“ te verkennen.
     
   
   
foto
   
Charles Romuald Gardès alias Carlos Gardel werd geboren in 1890 in Toulouse, Frankrijk, hoewel hij zelf beweerde dat hij in 1887 in Uruguay op de wereld was gekomen. Als onechtelijk kind emigreerde hij met zijn moeder naar Argentinië, naar de wijk Abasto in Buenos Aires.
In die wijk waren er naast de grote groentemarkt ook talrijke cafés, en Charles, die vaak op zijn eentje de buurt verkende én zong, werd hij er snel bekend omwille van zijn mooie stem. Toen de Italiaanse zanger Titto Ruffo hem per toeval hoorde hielp hij mee de stem van de toen twaalfjarige verder te ontwikkelen. Vanaf zijn zestiende legde Charles zich volledig toe op het zingen en trad op in cafés en restaurants. In 1912 vond er een „Tango-duel“ plaats met de zanger Josè Razzano, met als resultaat dat ze voortaan een heel succesvol duo vormden en… Charles Romuald Gardès Carlos Gardel werd.
In 1915 was het duo tot ver over de grenzen van Argentinië bekend, toen Gardel bij een schietpartij in een club levensgevaarlijk gewond raakte. Zijn comeback maakte hij in 1917, nu alleen op Tango gericht en zonder Razzano, maar met zijn artistieke partner Alfredo Le Pera, dichter en journalist, die talrijke teksten voor de muziek van Gardel schreef. Samen maakten ze een hele reeks legendarische Tangos, zoals „Volver“, „Mi Buenos Aires Querido“, „Golondrinas“, „El Dia Que Me Quieras“ etc.
Vanaf 1925 begint de Europese carrière van Gardel en hij wordt in Spanje een bijna even grote ster als in Argentinië.
Vanaf de jaren dertig (met de opkomst van de geluidsfilm) werkte Gardel ook als acteur en zanger in een aantal filmproducties in Argentinië, de VS en Spanje. 1935 kwamen Carlos Gardel en Alfredo Le Pera,tijdens een tournee in Zuid-Amerika, bij een vliegtuigramp in Medellin (Colombia) om het leven.
     
   
   
foto
   
„La Argentinita“ , eigenlijk Encarnación López Júlvez, werd geboren in 1897 in Buenos Aires, Argentinië. 1903 keerden haar ouders met de familie naar Spanje terug en in Madrid begon „La Argentinita“, aangemoedigd door haar vader, verschillende dansstijlen te leren: Flamenco, Clásico Español en folklore. Vanaf haar achtste stond ze op de podia, eerst als grote belofte, later als gevierde ster. 1920, na de dood van haar geliefde, de torero Joselito el Gallo, keerde „La Argentinita“ terug naar Buenos Aires en met een aantal artiesten toerde ze in heel Zuid-Amerika. Ze kwam in contact met de groep „Generación del 27“ rond de schrijvers Federico García Lorca en Rafael Alberti en dit leidde tot een nieuw hoofdstuk in haar carrière. Haar grote doorbraak als choreografe kwam er dankzij de productie „El Amor Brujo“ waarin ze haar gestileerde vorm van de „Spaanse Dans“ met Flamenco en folklore tot een groot geheel combineerde.
Haar opnames van de „Canciones Populares“ met Federico García Lorca aan de piano waren een groot internationaal succes en overbrugden de grens tussen volkscultuur en de klassieke muziek. Na uitgebreide tournees in Zuid Amerika en de VS was „La Argentinita“ in 1936 terug in Spanje. Bij het uitbreken van de burgeroorlog en na de moord op Lorca vluchtte ze in een dramatische tocht via Marokko, Frankrijk, België en Nederland naar New York. In 1943 werd haar productie „El café de Chinitas“ met groot succes in het „Metropolitan Opera House“ uitgevoerd, dit met de New York Philharmonic onder leiding van José Iturbi en met decors van Sálvador Dalí.
„La Argentinita“ stierf in 1945 aan de gevolgen van een kankeroperatie.

In de kielzog van het „gitanismo“ (gebaseerd op verschillende boeken over Flamenco uit de jaren ‘60 en ‘70) wordt deze periode vaak spottend de „opera flamenca“ genoemd en verbonden met een commercialisering en verwatering van flamenco. Daarbij vergeet men dat „La Argentinita“ en haar zuster Pilar López de fundering gelegd en de deuren geopend hebben voor het internationale succes van Flamenco en een ontwikkeling die via José Greco, Vicente Escudero, Antonio Gádes en Mario Maya direct naar de huidige avant-garde leidt: naar Israel Galván en Rocío Molina.
     
   
   
   
   
Wat verbindt Tango eigenlijk met Flamenco?

-de Spaanse taal
-hun oorsprong in het volkse, vaak uit marginale sociale klassen van de maatschappij.
-de intentie de luisteraar door een emotionele vertolking zo direct en zo diep mogelijk te raken.
-de inherente nostalgie, bij Tango is dit evident, bij Flamenco is de nostalgie iets subtieler, je vindt ze bijvoorbeeld terug in de jaleos. Op een opname van Tomas Pavón uit de jaren twintig hoor je een stem in de achtergrond die zegt: „vamos a escuchar al cante flamenco que ya no existe“ (we gaan luisteren naar de echte flamenco-zang die eigelijk al niet meer bestaat). Het betreuren van een verloren gegane pure versie van flamenco is gewoon een deel van de flamenco, van zijn romantische perceptie. Dit is eigenlijk een paradox, want flamenco was al vanaf het begin een samensmelting van verschillende muziekstijlen, fusie.

„Transatlánticos“ is geen lineair verhaal over de levens van Gardel en „La Argentinita", hun oeuvres, biografische gegevens en anekdote’s vormen de bodem en de inspiratiebron voor wat er uiteindelijk tussen de muzikanten op het podium zal gebeuren.
     
   
   
ARTIESTEN :




 > Omar Mollo, 
      zang < 
foto
  


 > Irene Álvarez, 
      dans < 
foto
  


 > Maria Marín, 
      zang, gitaar < 
foto
  


 > Gwen Cresens, 
      bandoneón < 
foto
  



 > Emile Verstraeten, 
      viool < 

foto
  



 > Tim Panman, 
      gitaar < 
foto
  



 > Ruven Ruppik, 
      percussie < 
foto
  



 > Alexander Gavilán, 
      gitaar < 
foto